In 1883 stelde de gemeente de grond beschikbaar voor de bouw van een nieuw kantongerecht. Het gebouw werd op 1 april 1885 officieel in gebruik genomen. De bouwkosten bedroegen fl. 13.400,-.
Vrouw Westerloo weet nog dat er zaterdags recht werd gesproken. Het gebouw is ook een tijd de woning geweest van de plaatselijke politie o.a., J. Koopman en H. Sissing. Verdere politiemensen in Onderdendam waren: Stuive, Elzinga (tot voor de oorlog. Elzinga is in de oorlog door het verzet op de Eendrachtsbrug in Groningen doodgeschoten), Ter Wolde (woonde voor de oorlog aan de Middelstumerweg 12, in de oorlog bij de NSB), Sas (in de oorlog, marechaussee), Swart, de Vries en Fluks (de laatste politieagent tot de jaren zestig)
Het pand telde twee verdiepingen. Het dak is door timmerman H. Knol in 1939, die toen waarschijnlijk ook eigenaar was, met dommekrachten in een keer een verdieping verlaagd en van het gebouw werden twee woningen gemaakt. De woningen hebben verschillende huurders gekend: In het noordelijke deel woonden achtereenvolgens Abel van der Schans (tot 1953), Ate Louwes (1953-1955/1956) en Hinnie Kluiter (1955/1956-1972). In het zuidelijke deel woonden achtereenvolgens oma Vos (dit was de moeder van Martje, de echtgenote van Abel van der Schans), Tine de Graaf-Rus (weduwe van Reinhard de Graaf) en Jan en Sinie van der (of den) Berg. Toen Luit Westerdijk het pand kocht van Alje Knol, ging hij er met zijn echtgenote Grietje zelf wonen, eerst in het zuidelijke deel, en vanaf 1972 in het gehele pand. Na hem hebben heeft er de familie Beenes gewoond.
Hoe belangrijk de regionale functie van het kantongerecht in Onderdendam was, bleek uit een petitie die regionale notabelen, december 1885 stuurden naar de Tweede Kamer. Zij spraken hun zorg uit over de plaats waar het nieuwe kantongerecht was gepland in hun ogen ver buiten het centrum van Onderdendam. In de werkelijkheid was het nog geen acht minuten lopen.